Het beplantingsplan: hoe zorg je voor een goede aanpak?

In één van onze vorige blogs zijn we dieper ingegaan op de waarde van een strategisch beplantingsplan. We zijn de verschillende fasen in het plan doorlopen die leiden tot een conceptmatige uitwerking van het tuinontwerp. Ondanks dat we er uitgebreid aandacht aan hebben geschonken is er altijd ruimte om nog wat verder in te zoomen op een specifieke fase: de schetsfase.

Zodra de analysefase en de conceptfase achter de rug zijn start het schetsen. De schetsfase zien we als de belangrijkste fase binnen het beplantingsplan. Alle gemaakte keuzes worden in een schetsontwerp verwerkt om de opdrachtgever een helder beeld te verschaffen hoe het tuinontwerp er in in de basis uitziet. In principe zet de tuinontwerper zijn ideeën voor het eerst op papier. Dit doet hij om de sfeer verder af te kaderen.

Binnen het beplantingsplan maken we onderscheid tussen een aantal plantgroepen:

  • 1e laag: Bomen, hagen (en klimplanten)
  • 2e laag: Heesters (en klimplanten)
  • 3e laag: Vaste planten, varens en grassen
  • 4e laag: Strooiplanten
  • 5e laag: Bolgewassen

Wil je alles weten over de opbouw van de verschillende lagen en hoe we deze toepassen in het tuinontwerp? Lees dan deze verdieping: Het beplantingsplan: het gebruik van verschillende lagen.

Herhaling, rangorde en opbouw

De kracht van een goed beplantingsplan schuilt in de woorden herhaling, opbouw en rangorde. Het is prettig wanneer planten terugkeren in een border, hierdoor wordt het mogelijk om de structuur in de border te herkennen en een rustig beeld te creëren. Bepaalde soorten zijn daarbij sterker aanwezig als andere soorten, zoals dat ook waar te nemen is in een natuurlijke weide. Hoe groter de variatie tussen de groepsgroottes zijn, des te natuurlijker oogt de beplanting.

Een goed beplantingsplan heeft een goede opbouw nodig. Normaliter worden hoge soorten achter in de border geplaatst en is de beplanting aflopend richting de bordergrens. Hierdoor is de hele border te overzien. Het kan daarbij interessant zijn om een aantal grotere planten naar voren te plaatsen om kleine doorzichten in de border te creëren. Zo blijft er altijd wat te ontdekken in het beplantingsplan.

Combinatie

Als laatste wordt de kennis van de ontwerper getest. Niet alle planten zijn fraai of werkend in combinatie met elkaar. Dominantie, concurrentiekracht, (bloei)vorm en kleurcontrasten zijn daarbij belangrijke kernwoorden.

Sommige planten groeien sneller en sterker als andere waardoor ze bepaalde soorten eenvoudig verdrukken. Kennis over de natuurlijke habitat van planten is essentieel om juiste en met name werkende combinaties te laten ontstaan. Natuurlijk zijn de bewezen plantcombinaties van grootmeesters als Piet Oudolf, Tom Stuart Smith en Jacqueline van der Kloet een goede inspiratiebron. Ook het beoordelen van plantcombinaties in de praktijk blijft een essentiële zet om solide plannen op te kunnen stellen.

De (bloei)vorm van planten speelt een belangrijke rol in de combinatie. Zo zijn er onder andere planten die kaarsvormig bloeien zoals de dropplant (Agastache foeniculem), soorten die hoedvormig bloeien zoals de zonnehoed (Echinacea purpurea), en soorten die schermvormig bloeien. Denk daarbij aan de hemelsleutel (Sedum matrona). Afhankelijk van het gewenste beeld kunnen deze bloeivormen gemengd of juist niet gemengd worden aangeplant. Naast bloeivorm speelt de vorm van de plant een belangrijke rol.

Zo kan de stijve, rechtopgaande groeiwijze van struisriet (Calamagrostis acutiflora) een bijzonder spel aangaan met horizontale lijnen in de architectuur van de tuin.

De zoektocht naar basissoorten en selectie

Herkenbaarheid is van groot belang om een sterk beplantingsplan neer te zetten. Daarom zoeken wij naar een aantal sterkte basissoorten die door de hele tuin te gebruiken zijn. Dit zijn soorten die weinig eisen stellen aan hun standplaats. Ze kunnen zowel in de schaduw als in de zon geplaatst worden.

Bij het schetsen van een beplantingsplan maken wij een lijst van soorten die geselecteerd zijn in de bovenstaande lagenbenadering en naar ons inzien voldoen aan de criteria van het concept en de opdrachtgever. Gaandeweg het schetsen ontstaan plantcombinaties maar vallen ook soorten af omdat ze niet voldoen aan de criteria of het concept verzwakken.

Met de geselecteerde soorten wordt een schets opgesteld waarin de groepsgroottes schetsmatig neergezet worden. Ook maken we een aanzet voor een beplantingslijst waarin de bloei en het bladhoudend karakter bij elkaar worden gebracht en zo eenvoudig getoetst kunnen worden. Deze lijst vormt uiteindelijk het eindproduct tezamen met een uitgewerkte tekening waarmee de opdrachtgever het plan tot uitvoer kan laten brengen.

Wil je een professioneel advies of een uitgewerkt beplantingsplan? Neem dan via onderstaande wegen contact op en onze ontwerpers denken graag met je mee.